Ze hoort praktisch bij het meubilair, vertelt Lisa lachend. Vijf jaar geleden begon ze als verzorgende IG bij Convivio. Ze heeft collega’s zien komen en gaan. Samen met Jan-Willem, die sinds anderhalf jaar ook bij Huis Convivio werkt, doet ze haar verhaal. “Het dragen van de beschermende pakken was zwaar, maar vooral psychisch vond ik het een moeilijke periode. We hebben drie mensen moeten afgeven en je bent er mentaal continu mee bezig. Bang dat iedereen ernstig ziek wordt en dat een collega of jijzelf COVID-19 krijgt.”
Wanneer de eerste besmetting precies was, weet ze niet meer. “Half december ergens. Drie bewoners die bij de dagbesteding waren geweest bleken besmet te zijn. Nog geen week later testten bijna alle bewoners positief, op een paar na.” Vanaf dat moment staat het team op de automatische piloot. “Je doet wat er op je bordje komt. Kap op, pak aan. Pas toen het achter de rug was, merkten we hoe heftig die periode was”, legt Jan-Willem uit.
Samen met Lisa en zijn collega’s zet hij alles op alles om de zorg voor de bewoners optimaal te houden. In het begin trokken ze de pakken alleen aan op de kamers van de drie besmette bewoners. Al snel neemt manager Merian, die wekenlang elke dag werkt om het team te begeleiden en ontlasten, contact op met de families van de bewoners. Het móét anders. “Wij 24/7 in het pak, de mensen gewoon in de huiskamer.” Een lastige keuze, maar wel een waar iedereen achter staat. “Op dat moment waren er nog mensen negatief, maar ook hun familie wist dat we ze niet op de kamer konden houden.”
De rollen worden omgedraaid en het team loopt uiteindelijk zes weken lang in beschermende kleding, terwijl de bewoners hun normale leven leiden. “Geen verhuizingen naar andere kamers, maar vasthouden aan de structuur”, legt Jan-Willem uit.
De bewoners zijn daardoor niet eenzaam of alleen op hun kamer. Merian: “De hele situatie was raar, maar hierdoor ook zo normaal. Dat wij met z’n allen het pak in gingen, heeft de families en ons veel gebracht.” Het zorgde ook voor verwonderlijke opmerkingen, vertelt Jan-Willem lachend. “Dan zeiden de bewoners: Doe dat masker af, dat is toch niet nodig?! Of ze riepen: Mooi lijntje met dat blauwe pak!”
Nu hij en Lisa samen terugblikken zijn ze vooral blij dat Huis Convivio pas in december door COVID-19 is getroffen en niet tijdens de eerste golf. “Toen hadden we geen idee wat er op ons afkwam. Nu was er een testbeleid, stond het scenario klaar en hadden we genoeg beschermende materialen in huis.”
Ook de klinische lessen die ze tijdens de eerste golf volgden, hebben hen veel gebracht. Lisa: “Daarin leerden we wat het virus inhield, hoe we ermee om moesten gaan en hoe je met de materialen moest werken. Daardoor konden we bij de tweede golf snel schakelen.”
Jan-Willem en Merian vullen aan dat ook het nieuwe personeel de taken vrij moeiteloos oppakte. “Zij moesten gewoon meedoen. Mee de vloer op, uitleg krijgen en nadoen hoe je de pakken aan doet. Maar geloof ons: als je zes keer per dienst een nieuw pak draagt, pik je dat snel op!”
Wonder boven wonder blijven in de hele periode twee bewoners COVID-19-negatief. In dezelfde tijd overlijden er ook drie ouderen. “Iedere keer dacht je dat je iemand niet meer zou terugzien”, vertelt Jan-Willem. Lisa: “Dat is zwaar. Je hebt een band met de mensen en sommigen woonden hier al vanaf het begin, die verzorgde ik al vijf jaar. Dan wil je afscheid nemen. Gelukkig kon dat wel.”
Achteraf gezien hebben de zes weken dat Huis Convivio op slot zat, er ook voor gezorgd dat het team hechter is geworden. “Je doet het echt met elkaar. Als collega’s wegvallen omdat ze corona krijgen, dan draai je extra diensten.” De besmettingen vroegen ook om scherpe communicatie. Lisa: “De cirkel was altijd rond. Er was continu iemand in de huiskamer voor het welzijn van de bewoners, waardoor ik me volledig op mijn medische taken en de zieken kon richten.”
Nu de rust in het huis is teruggekeerd, is het tijd om de lessen te trekken. “In zo’n crisis ligt alles onder een vergrootglas”, concludeert Merian. “Je komt erachter wat écht belangrijk is. Er was minder ruis en betere communicatie. We gaan bekijken wat we van die periode willen behouden en wat er écht anders moet.”
Wat Lisa, Jan-Willem en Merian vooral gaan doen bij het eerstvolgende teamoverleg, is met elkaar proosten. “We zijn trots op elkaar en het team. De families zijn ook heel positief.” Want ondanks dat zij niet samen met hun geliefden de feestdagen hebben doorgebracht, hebben de bewoners wel gewoon kunnen genieten van hun kerstdiner en van bubbels en oliebollen met oud en nieuw. “Voor hen is het al die tijd normaal gebleven. Dat is het belangrijkste.”